
Zou het na 10 maanden op Curaçao gelukt zijn? Een ‘normale’ maand zonder gedoe? Nee natuurlijk niet 😉 Als je hier een maand geen gedoe hebt dan heb je niet echt op Curaçao gewoond. Je zou zeggen dat ik er inmiddels minder van baal omdat het toch niets verandert aan de situatie. Maar tegen beter weten in hoop ik zelfs na 10 maanden toch nog steeds op een stukje efficiëntie.
Ik kan me zo goed voorstellen dat mijn leven als expatvrouw op Curaçao klinkt als het ideale plaatje; zeeën van tijd op een tropisch eiland. Wat wil een mens nog meer? In theorie kan ik inderdaad alle dagen op het strand onder een palmboom liggen. Maar heel eerlijk; daar krijg ik niet echt een voldaan gevoel van. En dat voelt dan weer zo ontzettend ondankbaar. Gelukkig vind ik heel veel herkenning in de verhalen van andere ‘partners van expats’. Zowel hier op het eiland als in podcasts en blogs die ik daarover luister en lees. De podcastaflevering met als onderwerp ‘De partner van’ in de Bij Gin in Beijing-podcast kwam dan ook precies op het juiste moment. Ik heb hem inmiddels al 3 keer beluisterd en het voelt telkens weer als een opluchting.
Het ligt niet aan mij. Het is niet gek om je niet blij te voelen ook al heb je zoveel om dankbaar voor te zijn. Het is ook heel normaal dat er pieken en dalen zijn en dat je als expat door verschillende fases heen gaat. Dat hoort er nu eenmaal bij.
Die dingen weet ik allemaal wel en toch verbaast het me dat ik nog steeds niet mezelf ben. We hebben altijd zoveel gereisd en ons zo snel aan andere culturen aangepast tijdens die reizen. Maar dat blijkt toch echt niet te vergelijken met in een andere cultuur wonen. Manlief heeft al verschillende keren voorgesteld om ook een baan te zoeken. Zelfs al is het maar een paar dagen. Het zou ongetwijfeld helpen maar ik vind het ook te makkelijk. Ik wil mijn identiteit niet laten afhangen van werk. Dit is hét moment om uit te zoeken wie ik nog ben zonder al die zekerheden. Werk vinden is het probleem niet. Niet-werken, je eigen ik vinden en daar helemaal tevreden mee zijn is een stuk lastiger.



De gedoe dingetjes
Wat er nu weer allemaal aan ‘gedoe dingetjes’ zijn? Ach het zijn helemaal geen grote dingen. In Nederland zou ik er ook niet zo van overstuur raken als hier omdat ik weet dat het daar allemaal sneller gefixt kan worden. En in vergelijking met de échte problemen in de wereld zijn het luxeproblemen. Het is meer dat er verschillende dingen samenvallen in combinatie met de expatblues.
Zo hebben we een kapotte schuifdeur die niet meer gemaakt kan worden, maar waarvan de verhuurder “toch eerst nog wil kijken of er onderdelen uit Duitsland zijn te bestellen”. Oftewel de komende maanden kunnen we sowieso die deur niet gebruiken. Wat super onpraktisch is.
Verder is er gedoe met de Belastingdienst. En zoals iedereen inmiddels weet na de toeslagenaffaire; daar wil je geen gedoe mee hebben. Niet dat dat iets met het wonen op Curaçao te maken heeft, maar het feit dat al onze documenten (uit 2020…) in Nederland liggen helpt niet mee.
En tot slot gedoe met de airco van de buren die door onze slaapkamermuur heen bromt en rechtstreeks op mijn zenuwstelsel werkt … Het is niet eens zozeer dat getril zelf maar vooral de wetenschap dat dit maanden aan gezeik (voor ondergetekende) kost om de verhuurder van de buren zo gek te krijgen die airco te vervangen.
Maar waar ik het meest ‘down’ van ben is dat alle stress bij mij altijd meteen op mijn blaas slaat. Je herkent het vast wel dat als je zenuwachtig of gespannen bent – bijvoorbeeld voor een sollicitatiegesprek of een presentatie – je snel nog even naar het toilet gaat. Ook al weten je hersenen heus wel dat je eigenlijk helemaal niet hoeft, de aandrang is er wel degelijk. Nou dat heb ik nu dus al een paar weken. Ik ren hele dagen naar het toilet. Om gek van te worden.
Er loopt ook heel veel wel lekker
Er loopt gelukkig ook heel veel wel lekker. Zo ben ik afgezien van mijn blaasproblemen best goed bezig. Ik beweeg 6 dagen per week, maak regelmatig gezonde sapjes en ben zelfs al een paar weken gestopt met alcohol drinken. Niet dat ik van dat laatste ook maar enig voordeel ervaar, maar ik ga er toch maar vanuit dat het goed voor me is.
We genieten de laatste weken weer van een avondje TV kijken en binnen eten. De temperatuur is heerlijk in januari/februari en er staat lekker veel wind. Dus in plaats van ons te verschuilen in de airco op de slaapkamer zitten we wat vaker in de woonkamer. Dat kan relatief mugvrij (er zijn er altijd wel een paar) door de horren die we nu op veel plaatsen hebben. ‘Gewoon’ samen een filmpje of serie kijken op een TV in plaats van op een klein laptopschermpje voelt ongelooflijk fijn. Weliswaar op twee strandstoeltjes omdat we onze hoekbank iets te snel hebben verkocht, maar toch.



Ook hebben we na 10 maanden het aan/uit spelletje met de airco op de slaapkamer redelijk onder controle. Nu het ’s nachts lekker afkoelt is het helemaal niet nodig om de airco de hele nacht te laten draaien. Maar we zijn sinds we op Curaçao wonen wel heel erg gewend geraakt aan het geluid van onze airco (niet die bromsnor van de buren) die andere geluiden van buiten wegfiltert. De oplossing ligt in een ‘white noise’ app. Waarbij we het geluid van een airconditioning afspelen terwijl het raam open staat.
En deze super hoogsensitieve persoon hoort – een beetje afhankelijk van de soort bouwwerkzaamheden – zelfs bouwgeluiden nu als een soort van white noise op de achtergrond. Als ze er niet zijn is het ineens erg stil in mijn werkkamertje. Hilarisch toch? Al vrezen we wel een beetje voor wat er nog gaat komen aan geluidsoverlast. Niet alleen van de 5 lege bouwpercelen rechts naast ons appartement en de hele sectie voor ons. Ik vrees vooral voor nieuwe onderburen die we over een paar maanden weer krijgen. De huidige zijn namelijk nooit thuis en als ze wel thuis zijn horen we ze niet. Maar dat wachten we eerst maar af en hopen er het beste van.
Of ik Nederland al mis na 10 maanden op Curaçao?
Nou het grappige is dus dat ik niet zozeer Nederland mis maar vooral Europa. Ik besef me gewoon zo goed hoe ontzettend fijn het is om in Europa te wonen. Op het vasteland. Waar je in de auto kunt stappen en duizenden kilometers kunt rijden naar zoveel fantastische landen. Ik mis het om een weekendje naar de Champagnestreek te gaan. Ik mis het om tapas te eten in Spanje. Ik mis het om verschillende wijnlanden op minder dan een dag rijafstand te hebben. In principe is hier bijna alles wel verkrijgbaar, maar het smaakt toch niet hetzelfde. Missen is trouwens een groot woord. Ik mis het eigenlijk niet echt, het is vooral het besef dat dat vanaf dit eiland gewoon niet kan. Ik kan hooguit een uurtje rijden met de auto en dan sta ik weer aan het water.
Gelukkig is er op Curaçao ook nog steeds een hoop te ontdekken. Zo zijn we bijvoorbeeld nog niet naar Klein Curaçao geweest en ook heel veel stranden hebben we nog niet bezocht. We liepen afgelopen maand mee met de Walk for the Roses waarbij er meteen een bucketlistdingetje kon worden afgestreept; over de Julianabrug wandelen 🙂 Ik vierde mijn 41e verjaardag op het eiland en ben nog elke dag blij met het fantastische schilderij wat ik van manlief cadeau kreeg. Waar ik ook nog lang niet genoeg van heb, is het uit eten gaan op Curacao. Man, man, man wat zijn er toch ongelooflijk veel fijne restaurantjes te vinden hier! Ik hou ze nog steeds trouw bij in mijn blog met restauranttips.
Eén van de redenen om samen voor dit expat-avontuur te kiezen is het feit dat we nog bijna niets van het Caribisch gebied hebben gezien. En dat maakt het gemis van Europa een stuk minder. Want er zijn nog zo ontzettend veel bijzondere plekken te ontdekken. Verder heb ik weliswaar geen betaalde baan maar ik ben wel lekker bezig met mijn bitterballen, websites en de Engelse vertaling van mijn bitterballenboek. De eerste aanvragen om bitterballen te maken heb ik al afgeslagen. Daar ga ik niet aan beginnen met mijn inimienie-vriezer. Maar ik ga binnenkort wel een dagje meedraaien bij de lokale bitterballenman op Curacao; Tio Lobos. Wie weet komt daar ook nog een leuke samenwerking uit.
Conclusie na 10 maanden op Curaçao; we hebben redelijk onze draai gevonden. Manlief iets meer dan ik. En de tijd vliegt! 3 -5 jaar lijkt lang maar ons eerste jaar zit er gewoon al bijna op.



Geef als eerste een reactie