1. Was en schil de groenten die je in de gratin gaat gebruiken en snijd in dunne plakjes; ongeveer de dikte van een Euro muntje. De bovengenoemde hoeveelheden zijn afgemeten hoeveelheden maar het komt niet heel nauw.

2. Zet ondertussen de slagroom op in een steelpannetje op laag vuur met de boter en de kruiden. Laat even op een laag pitje trekken, haal van het vuur af en laat de smaken van de kruiden nog even intrekken. Verwijder de kruidentakjes en pers de teentjes knoflook in het slagroom/botermengsel. 

3. Maak de gratin door steeds een laagje groenten te verdelen in de ovenschaal met daarover een ietsiepietsie kaas, wat fijngehakte salieblaadjes, peper & zout en een scheutje van de slagroom. Eindig de gratin (ik had 4 lagen met groenten) met een laagje kaas.

4. Verwarm de oven voor op 200ºC en bak de gratin met wintergroenten de eerste 30 minuten afgedekt met aluminiumfolie. Verwijder daarna het folie en bak nog 30 minuten tot de kaas licht gekleurd is en de groenten gaar. 

5. Nu laat je de gratin eerst even afkoelen. Daarna bedek je hem met aluminiumfolie en leg je er iets zwaars op. Ik gebruikte een kookboek dat precies in mijn ovenschaal paste en legde er 2 pakken suiker op. De gratin kan zo de hele nacht, of in ieder geval een paar uurtjes, helemaal afkoelen en stevig worden in de koelkast of een gekoelde ruimte. 

6. Snijd de gratin voor het serveren in de gewenste vierkantjes of andere vorm en leg ze op een ovenplaat bekleed met bakpapier. Warm de gratinblokjes in een half uurtje op in een voorverwarmde oven op 180ºC.