Lasagne met gehakt, kippenlever en witte kool

Soms kom je een recept tegen waarbij je werkelijk niet kan wachten om het te maken. Dat had ik bij het lezen van ‘Rogiers lasagne’ in de laatste Elle Eten. De twee dingen die me meteen aanspraken waren de tips: ‘doe een paar ons kippenlever in de vleessaus’ en ‘maak zo veel saus dat je er drie keer van kunt eten’. Wat een geniaal idee; gewoon een grote pan lasagnesaus maken en wat je niet gebruikt invriezen voor een volgende keer.

Zoals beloofd in het recept voegt de kippenlever, als je hem goed fijn snijdt, inderdaad een extra dimensie toe aan de saus zonder dat hij leverig smaakt. De witte kool is overigens mijn eigen toevoeging omdat ik graag wat groenten door de vulling doe. Maar het is een extra handeling en je kunt hem gerust weglaten. Ik ga de lasagne zeker nog eens maken en vervang dan de witte wijn door rode wijn.

Lasagne met gehakt, kippenlever en witte kool

Hoofdgerecht voor 4 personen (vleessaus is voor 3 x )

Ingrediënten:
Voor de vleessaus (vleessaus is voor 3 x; vries de rest in)
–  2 uien, gesnipperd
– 1 grote winterpeen, in kleine stukjes
– 3 stengels bleekselderij, fijngesneden
– 25 gram boter
– 1 kilo half om half gehakt
– 2 blikken gepelde tomaten
– 1/2 fles witte wijn
– 200 gram kippenlevers, goed fijn gesneden
Voor de witte kool
– 400 gram witte kool, fijngesneden
Voor de bechamelsaus ( het wordt een relatief dunne saus)
– 100 gram boter
– 160 gram bloem
– 1 liter melk
– verse nootmuskaat, naar smaak (of poeder)
Om het af te maken
– 1 pak lasagnevellen, gedwoon gedroogde, geen eierdeeg
– 200 gram Parmezaanse kaas, grof geraspt
– paar klontjes boter
Extra nodig: 1 lasagneschaal

Bereidingswijze:
1. Fruit de ui, worstel en bleekselderij in een flinke klont boter in een grote hapjespan met deksel of braadpan tot ze glazig zijn. Voeg het gehakt toe en laat dit een paar minuten meebakken. Doe de tomaten erbij, druk ze uit elkaar met een houten lepel, voeg de wijn toe en breng op smaak met peper en zout. Laat circa 1 uur op heel laag vuur zacht koken met het deksel op de pan.

2. Maak terwijl de saus kookt (of zelfs al in de ochtend) de bechamelsaus. Smelt de boter in een grote kookpan en voeg de bloem toe. Laat op heel laag vuur, al roerend met een houten lepel, heel zachtjes bakken gedurende een minuut of 5. Voeg geleidelijk de melk toe en laat de saus (desnoods op een vlamverdeler) nog zeker 20 minuten heel zacht koken. Rasp er wat verse nootmuskaat overheen. Roer goed en zet afgedekt (met een laag plasticfolie op het oppervlak) weg om af te laten koelen.

3. Bak de witte kool in een klontje boter in een hapjespan en voeg na een paar minuten wat water toe zodat hij verder gaar kan stoven.

4. Vet de binnenkant van de ovenschaal in met boter en verdeel over de bodem een laag lasagnevellen. Lepel er een laag vleessaus over zodat ze bedekt zijn. Bestrooi met de helft van de kaas. Maak een laagje van helft van de witte kool.Lepel er een laag bechamel overheen en maak nogmaals eenzelfde laag van lasagnevellen (druk goed aan!), vleessaus, kaas, witte kool en bechamel. Eindig met een laag lasagnevellen en een laag bechamelsaus. Leg her en der een klontje boter op de saus.

5. Verhit de oven tot 180°C en bak in circa 40 minuten gaar.
Serveer met een groene salade.

Bron: Elle Eten nr. 5, 2016

Afdrukken